Tintellende
natte tranen,
wilden van ellende.
Gaan lopen over
gelopen diepe
plassen van
verdriet.
Waar aangespoeld
verzopen blijde zon
en schijnt te liegen,
over hopeloos
verdronken troost
vermist als
drenkeling.
Van alles
wat zo kleurrijk
en mooi werd
voor gespiegeld,
geloofde maar een
enkeling al deze
leugens niet.