Bekvechten De merel zei tot de mus dat pik ik niet en zodus ge kunt er naar fluiten hou je hier buiten de mus antwoordde ‘verdorie, zij verrekt’ ik zing zoals ik ben gebekt zeg is dat nu gedaan je hebt geen poot om op te staan breek me de bek niet open of ook ik zal gaan lopen en wacht maar, het tij zal keren want ik ben al vroeg uit de veren zo kibbelden de merel en de mus aldaar maar ook de lepelaar en de ooievaar doch algauw waren allen opgetogen de vogel was gevlogen en weet je wat het werd een vogel voor de kat en nu is ’t gedaan met de polemiek stop met de struisvogelpolitiek want hoe het ook zij in mei leggen we allemaal een ei ons maak je niet blij met wat gesus en zeker niet met een dooie mus toch wel, riep de kat want die lust dat