Pril.
Pril kent een
zekere bekoring
heeft alles in zich tot meer groei
Het lacht
naar toekomst
Onbeschadigd , met onvoorspel’bre bloei.
Pril glanst de dauw
nog in het zonlicht
dat net ontwaakt is aan de kim.
Spinrag met dauw
kleurend zichtbaar
de dag nog wachtend in een schim.
Pril stijgen libel
en vlinder uit
beknelling van de cocon de wereld in
op avontuur met
tere vleugels
puur op geluk , vol levenszin.
Geweldig als dat
pure prille
zich plooit in het weidse alom
in smalle kieren
toch blijft gloeien
nog lente oogst in ouderdom.
th