Balcon-zicht.
Die ruime blik
vraagt mensenkennis
zoveel valt in dit daagse zicht
de vissers , eindeloos
geduld vaak
zelfs na wegvallen van licht.
Dan plots uit ’t niets
duikt op een bankje
een jonge vrouw, die peinzend staart
over het water van
’t Noodzeekanaal
geheimvol, ’t denken zeker waard.
Wat jeugd zo
uitgelaten schreeuwend
duikend en zwemmend , vol bravoure
toch snakkend naar
die samenbund’ling
op die leeftijd , alleen-zijn , blijft een toer.
Honden uitlaters
beide seksen
passeren hier met regelmaat
drie- viermaal daags
met één , twee dieren
raken veelal samen aan de praat.
Een echtpaar dat
hier even uitblaast
gemoedelijk tegen elkaar gedrukt
jaren verstrengeld
in hun opgaan
In bries, weldadige koelte plukt.
Jonge verliefdheid
puur , volkomen
dat niets en niemand ziet.
Alleen tweemaal
twee stralende ogen
waar liefde zich gewinnen liet.
Gezinnen die hier
saam ontspannen
zo aan de border van ons kanaal
’t komen en gaan
van unieke mensen
elkeen met een geëigend verhaal.
th