De regen druipt
wat mensen schuilen
een stroompje strengt
het leven bij elkaar
vergeefs probeer ik
zicht te vangen
het glas beslaat
in kerkgezangen
een deur vervoegt
zich in geloof
ik zie wat kaarsen
in bedenking branden
een man lacht mildheid
rond zijn mond
de zaal vult hoop
rond alle banken
het woord bevestigd
hier de grond
ik luister
proef
zit in het midden
laat de inhoud schalend gaan
er is geen maatstaf om te bidden
ik steek verlangend
al mijn wensen aan