we komen in onze toekomst aan
treden buiten oevers
verkennen het land dat zich
altijd in vlakte verschool
dat zich binnendijks veilig waande
voor de bocht in de rivier
de stroming houdt voet bij stuk
van hoog naar laag
beneden wacht de zilte moederzee
oneindig gestaag
nu we de stal ruiken, horen we de
branding ruisen
we verlaten vaste grond en zweven
onsterfelijk, voor even