Schemer sijpelt buiten zacht als vleugels over land en huis vouwen schaars verlicht mijmert waar gezicht een boom als de velen roerloos wacht trilt tot duister hem waakt omhuld langzaam versterft, geheimzinnig verstild zwermt onrust in kraaien, krijt een raaf waakzaam in kluwen pakken takken rusten klauwen om te slapen verhalen ontvouwen 't markeren sluiert onderdompeling bestaan stilgezwegen gaat het licht aan