Verward vier uur ‘s morgens hij wou naar zijn werk dat vind hij goed verplicht elke dag zij trachten hem tegen te houden hij bleef koppig vol te houden er stond geen koffie klaar dan maar een glas water zijn jas vond hij snel en ging de deur uit aan de fabriek was niemand er brandde zelfs geen lichtje tegen de deur viel hij in slaap iemand maakte hem wakker het was al licht moest al aan ’t werk zijn men bracht hem onwillig ‘t huis zijn vrouw was aan het koken voor hem was de verwarring groot zijn laatste werkdag, morgen pensioen ela