Beminnelijk
Tussen plooien van herinneringen
uit vervlogen tijden
hield de lange adem van de wind
gedachten gevangen
van zacht geweven momenten
van elkaar beminnen
momenten, geregen als kralen
van moeder’s rozenkrans
liet ze langzaam door haar vingers glijden
op tijden dat ze troost zocht
doch niet vinden kon
floot de leeuwerik
vlakbij haar raam haar ochtenzangen
het klonk heel aangenaam
als een troostlied
doch kon het
beminnelijke niet vervangen
*
Anneke