Waar het water rimpelt
in het fluister van de nacht
en de maan haar licht weerspiegeld
rond de lommer van het stil gedacht
schouw ik kleuren uit het schijnsel
die de leemte deels verzacht
het eerste voelen van de liefde
in een wonderlijk bestaan
de streling van haar lippen
met het avondrood zien gaan
geborgen in de binding
van een ouder met een kind,
die al wat is verleden, samen
tot een toekomst bindt
-
het water rimpelt
en strekt zich uit
het is wel echt bijzonder
hoever die stroming
om mijn liefde sluit