Glans uit neergeslagen ogen ontluikend trillende wimpers dansen zonder woorden stilte, standvastige bomen weids en sereen weet zee meer 't begrijpen,mededogen spraakmakend in verlaten nemen golven mee, laten kleur het bloeien van puur wit masker spiegel van onszelf zonder eind eenvoudige liefde,tomeloos geluk uren smelten tot klank van goud en wordt zijn zelf een gedicht waarin ik reis op de aardse bank naar dagen, lengtes van licht en mensen van wie ik houd