in het licht lijken we raadsels.
in het donker lossen we op,
verdwijnen we vlekkeloos tot onze essentie:
een vacuĆ¼m voor honger en dorst.
nooit zijn we zichtbaar en voelbaar? alleen ons verlangen.
we moeten omhelzen. maar weten niet wie. Tenzij misschien steeds opnieuw onszelf met andermans armen.
we vragen ons af, tot we amper overblijven: een ongehoorde zucht, een halsreikend lied, dat zich zwijgend verder zingt, mond op mond
- op mond.