Opperhoofd hij was de baas de eigenaar gekleed als werkman je zag hem niet tussen de werkers liep hij verborgen als een van de jongens hij hielp zelf hier en daar hij zei nooit, ge moet zei altijd, wil je zijn mimiek zei meer die was dwingend het was een goede baas vriendelijk tegen ieder in het bureau was hij staalhard wie niet voldeed vloog, zonder lach ela