de buddha zuigt bedachtzaam de lepel snijdt zijn lippen splijt tot zoute partjes op een zilver zagen van zijn tong nu dragen electroden de lege dromen uit zijn brein stromen over revolutie een democratie van het zijn niemand stemt en stilte schudt haar schouders van de plicht de buddha zaait zijn eerste twijfel een bijl een boom van licht tot bloedens bijtend op het bit van eenvoud nu verlicht.