Zwart, witte zwanen
Mijn ogen.
zijn in de dagen verloren.
Waardoor de gedachten.
Mijn vergeten tranen drogen.
stemmen die praten,
En ik luister,
Ik kan ze niet horen...
Had het nog niet in de gaten...
En toen
kwam die tegenstrijd
nam mij naar het duister
Naar de krankzinnigheid
chaos,
En ik had de wereld verlaten
Maar de rust .
De kalmte,
in stilte gevangen
In dromenland binnen gelaten.
Dromenland en zijn gefluister….
Dat mij tart.
drukt mij tot dieper dan diep kan zijn..
In het aller diepste
het diepste van mijn hart
En nu nog:
“Leven”
Enkel omdat het moet.
Nu teken ik gezichten,
blikken vol haat
Die gezichten die zich tot mij richtte
En ik zie:
Opdoemende vlakken van chaos en waan!
Liet het mij in de tekeningen hier weg ver weg van gaan. .
En ik was Gevangen in de woorden
die in mijn gedichten staan.
Maar de diepte van binnen
. Liet mijn keuzes niet meer kiezen.
“Noem het de ongekozen keuzen,”
waarvan ik moet winnen…
om mezelf niet te verliezen
En dan nu.:
Is het alsof mijn ziel
mijn laatste litteken had beschreven.
En terwijl ik in dromenland viel
had ik me eraan opgegeven.
Opgegeven
aan sijpelende trieste tranen.:
en weggevlogen
met zwarte en witte zwanen.