Zo erg is het…
(een lentegedichtje)
Wat moet het heerlijk zijn
om over de lentezon die in de vroegte
van de (naar de zachte dauw
op het gras ruikende) morgen schijnt
te schrijven,
of over verse croissants die je
in met liefde gezette koffie sopt.
Hoe leuk lijkt het me om je voor altijd
aan éénzelfde vrouw
te binden en met haar
een eeuwigdurend verbond aan te gaan onder
de goedkeuring van één almachtige god
die je daarvoor dan ook beloond
met een rijk gevuld leven,
gezegend met twee mooie kinderen,
een meisje en een jongetje.
Om tezamen oud te mogen worden in peis en vree
samen in het huisje dicht bij de zee en daar dan gedichtjes over te schrijven.
Et patati et patata...
Maar dan zie ik weer het zinloze bloedvergieten,
de armoede, het meisje waarvan de ouders
(waarschijnlijk ook godvrezende mensen)
opgeknoopt in de lentezon aan een boom
hangen te bengelen en besef ik er is geen god,
geen gelukkig leven voor een verloren jongetje
dat enkel maar soldaat wilde zijn.
Enkel dat en verder geen gezeik, maar nee!!!
Als de regen blijft vallen
in een tijd die warmte verlangt,
schrijf ik geen vrolijke dingen,
loop ik misnoegd verkleed als droefheid.
Wanneer de dood steeds maar naar buiten wilt
en zwarte bloemen sterven
in een vaas vol splinters,
weet je dat de woorden die achterblijven
nooit gelezen zullen worden
als heerlijke romantische poëzie,
zelfs al zou je deze zo nu en dan maar willen
(kunnen) schrijven.
Wat moet het heerlijk zijn
om te kunnen sterven als de zon schijnt,
maar zelfs dat word mij niet gegund
met dit rot weer…
esteban 25 April 2012