Ze passeerde elkaar als vreemden,
zonder woord of gebaar,
zij op weg naar de winkel,
hij naar zijn auto.
Misschien in paniek
of verwarring,
of vergeten
dat ze zo korte tijd
voor altijd van elkaar hadden gehouden.
Er is trouwens geen garantie,
dat zij het waren.
Misschien van veraf wel,
maar zeker niet van dichtbij.
Ik zag ze vanuit mijn raam
maar wie van bovenaf kijkt,
vergist zich gemakkelijk