Wonder.
Vijf gerstenbroodjes
en twee visjes
van thuis kreeg hij ze mee
Liep met de
duizenden naar Jezus
naar de overzijde van de zee.
Tegen het donker aan
op de bergwand
vijfduizend man wachtend op brood
geen eten ,ver
van ied’re winkel
discipelen waren in nood.
Geef hen te eten
‘t leek onmoog’lijk
de Heer stelde hen op de proef
Er is geen geld
voor al die mensen
Filippus meldde het Hem droef.
Andreas bracht
die kleine jongen
met trommeltje gerstenbrood
De Heer ging delen
ontel’bre brokken
voorzag in deze stille nood.
Zij allen aten
hadden voldoende
twaalf manden brood waren er te veel
symbool van alle
twaalf Joodse stammen
voor iedereen was er een deel.
Zo mogen wij
met kleine gaven
tot Hem gaan, Hij vermeerdert ’t al
om and’ren ’t wonder
aan te reiken
waar Hij bestemming geven zal.
th