Hoop In het heengaan van mensen Die ons dierbaar zijn, bedenken we: Zij hebben een plaats in ons hart verworven Zij zijn de noemers waarmee we geteld hebben Ze zijn ze zo zeldzaam als een klavertje vier Dat wanneer je er één vind, Je deze met tederheid moet verzorgen En met zachtheid moet omringen In het heengaan van onze dierbaren Besef je dat leven slechts gegeven is In volle overtuiging goed te doen en te genieten Om te delen met je medemens Als er ons iemand wordt ontnomen Koestert prille hoop zich in ons pijnlijk hart Dat ze vrij zijn aan de overkant en in het licht Het nieuwe geluk gevonden hebben Rust zacht