Zicht op het leven,
Na mate ik mijn leven heb geleid, zie ik mijn plussen en minnen. Ik zie in de ogen van mijn kinderen de liefde, genot, doorzettingsvermogen en eerlijkheid die nodig zijn in een goed leven. Dit doet me goed. Toch mis ik het geborgen zijn. Het leven met mijn gezin. Ik weet dat ik mijn kinderen los moet laten, ze hun eigen leven op laten bouwen. Ze hebben mij niet meer zo nodig. Als ik zie hoe zij zich ontwikkeld hebben, krijg ik een gevoel van grote bewondering. Ik heb ze niet veel kunnen bieden, heb nooit de middelen gehad om hen te kunnen geven wat anderen hebben gehad. Het enige wat ze me nooit kunnen verwijten is dat ik ze geen liefde heb gegeven. Nu ben ik in een leeftijd aanbeland dat ik kan zeggen dat ze ook kunnen zonder mij. Ik kan nu gaan zonder spijt. Mijn hart loopt nog steeds over van liefde voor hen, zonder dat ze dit zien. Zij zijn mijn alles, mijn doel in dit leven. Ik denk dat we ons beste hebben gegeven.