Plash,plash, plash voetjes in de plassen vrolijk en niet koud nu ja, toch niet ijzig je zag al vrolijke grimassen ze waren wel met vijven drie jongens en twee meisjes hun schoentjes al doorweekt later zou moeder kijven het begon met plonsen in het nat dat deed heerlijk spatten de broeken nat, en de rokjes eveneens resultaat van dat wild gespat toen viel er eentje op zijn gat de anderen lachten en wilden haar plat het gekrijs ging tot moeders oren maar ’t wordt lente, wie kan het storen ela