Jij weet zeker dat aan het eind van de weg
iemand wacht en jij kijkt rond, speurend
Bladeren ruisen, voorspellen de toekomst
oppergod Zeus smijt wat bliksems in het rond
Jij wordt stil, vormt vuisten van je handen
openen en sluiten honderd maal, haar stem
die trommelt op de ribben van jouw borst
tot leven komt en net wakker is gekust