Een man en een vrouw,
Er is iets verstoord.
Iets is gebroken.
Een trein is ontspoord.
Twee harten die klopten,
Van louter geluk.
Een droom is vervlogen,
Wat heel leek is stuk.
Een foto van een leven.
Een stoppunt waar het kon.
Een reis die alleen kon eindigen,
Op de plek waar hij begon.
Aan de bron van de liefde,
Is slechts de waarheid wijs.
Voor altijd zal niet eeuwig duren,
Als men niet is toegerust voor de hele reis.
Een foto van een leven,
In een rugtas tegen de klippen op.
Pieken kunnen alleen weer diepten geven,
Een dal komt veelal na een top.
Twee harten die klopten,
voor wat niet eeuwig kon zijn.
Liefde kan een reiziger wezen,
Maar mist ook wel eens de trein.
Een man en een vrouw.
Er iets verstoord.
Tijd lijkt te helen,
Voor een mens die weer spoort.