SPROOKJES VAN DE WOLF
Pas nadat ik jou met grove steek
en vaste hand heb dichtgenaaid
mag je gaan, de buik vol stenen
en Spaanse pepers voor de dorst
Op de rand van de put een emmer
met een bodempje water, je duikt
worstelt en komt boven, zuipt je vol
aan hectoliters tijdelijk geluk
Je boert, haalt adem, zinkt voorgoed
naar de bodem van het toneelstuk