Zij is een minnares, een moordenares
morgen paradeert zij op de straten
mannen betalen om haar te mogen
bekijken en anders kijken ze maar weg
ook andere vrouwen zijn geen bezwaar
Voor jonge soldaten heeft zij een zwak
aan hen biedt zij zich het liefste aan
wie niet ontvangt wordt nooit geraakt
zij wordt getroffen door hun ogen
voor zij naar hun slagveld gaan
In haar binnenste zacht zuchten
bij het klaarkomen van de daad
die zo op een beetje sterven lijkt
Zij kijkt en proeft het zaad terwijl
naaktheid voor de spiegel staat