Al was ik nog zo'n goede theoloog,
Had ik de retorische gave van een
Goede demagoog; Als het mijn hart
Niet had, het woord was krachteloos.
Al was ik gerespecteerd als een
grijze eminentie, had ik de macht
Met evidentie; Als het mijn hart niet
Had was mijn bestemming onbestemd.
Al was ik beroemd en een gevierde
Held, en gaf ik aan de armen een deel
Van mijn geld; Als het mijn hart niet
Had, zou ik tenslotte niet worden geteld.
Al was ik een astronaut op reis door het
heelal,kende ik alle sterren bij duizendtal;
Als het mijn hart niet had, zou mijn
Hoogmoed komen voor de val.
Zo kan ik mij meer beschouwen als iedereen
En blijven streven naar het zijn van
Nummer een; Als het mijn liefde niet heeft,
Ben ik de minste van het algemeen.