De- cember poetst de glans van onze dagen met steeds grijzer wordende doeken Licht verschuilt zich achter stevige lagen van donkerte in niet verlichte en onopvallende hoeken Toch heeft het zich niet helemaal verscholen Zij wacht verlangend op de hulp De warmte van harten die niet willen dolen Zij lokken het licht uit haar verschrokken schulp