RAAR BEN JIJ Kan jou niet beschrijven in woorden, zinnen die ik ken Heb van jou een foto genomen om naar jou te kunnen blijven kijken te observeren en absorberen Te leren wie ik niet ben Heb geen rode haren, blauwe ogen en een gevoelige huid Hier in dít café "De Hopsack" ben ik met jou beland lees ik voor wat ik heb geschreven Hoe het aankomt, voortplant versluierd door een pedante blik ontspanning van een glimlach knipperen van de ogen openen en sluiten van neusgaten Kan jou niet wieden uit mijn tuin Jij bent klimop tegen muren van alle oude huizen waar ik eens was en allang vergeten Samen door de ramen kijken naar wie voorbij komt overvliegt op witte wolken de wind doet draaien tot de regen