Nu ik haar terugzie, terugzeg,
zit zij weer voor me, verzonken
in verhalen, overstelpt door licht,
de iris wijd open; gis ik
wat het tanige drietal
vertelt, luid en ruig
dat het meisje zo gekluisterd
luistert en ik, landstreken.
jaargetijden verderop, haar
terugdenk, terugdicht, opgetogen
haar profiel herken, de witte
zomergloed, het lichten van haar ogen.