de wildernis van het Wad leek vanmorgen
even op een getemd beest ,
de stilte was breekbaar op het moment
dat de heilige zijn woord verbrak en sprak
met de schittering in zijn ogen
zijn borstelige wenkbrauwen scheidde het brakke
water met de waarheid in zijn ziel, in zijn kielzog
liep de koestering naar hoop dat het leven
voor het gerecht nog vruchten mag dragen
het raamwerk van lint en kunst baart de erf
in een zonderlinge tweestrijd, de heilige verlaat
zijn nis en het dorp kent weer haar gelijke
in de schorheid van stem en macht