Ze houdt haar adem in.
Ik weet dat ik niet ga slaan.
Een blauwe vaas
wankelt op de tafel in de gang.
Je laat het gaan. Stelt geen vragen.
Buiten rijden zwarte auto's.
Lang heb ik gewacht op de regen.
De toekomst staat even stil.
We zuchten, de handen jeuken.
Doodgaan is vallen.
Balanceren is meer dan leven.