Het gaat altijd goed
met mij zegt ze aan de telefoon
maar de wind
fluistert, jokkebrok
de wolvin kruipt dichterbij
geeft warmte en troost
en zij, ze schuilt in die warmte
huivert van de kou
innerlijk bevroren
geen traan te zien
waar handen huilen
en schoenen worden gedragen
die zwaarder zijn dan lood