de morgendauw zij op blote voeten in het groene gras sprietjes kriebelend tussen tenen een dansende tred daar is de zon er gloort een nieuwe morgen vogelgekwetter vanuit nestjes in de bomen jong broedsel uit het ei gekomen af en aan gefladder van het ouderpaar eten dragend verse wormen er ruist een enkel blad de wind speelt met een zonnige lente glimlach de vrouw danst de laatste meidagen aangebroken de zomer piept beloftevol aan de horizon klopt ook aan haar hart als een zachte fluistering zij danst met grassprietjes tussen haar blote tenen