Ik lach met de duivel
iets klopt hier diep van binnen
en ’t is mijn hart niet, hard gelach niet
te verstommen hier in het stuivers werpen
maar de rivieren liggen vol met centen.
Spotlight, stoplicht, strontpit.
Schreeuw harder schat, het gat dat rest
in de sintels geeuwt de schrapende wonden vol;
noem me geen slachtoffer, zonder hartslag is de dag
nooit licht geweest en ik feest de crematie door.