Uit de manke jager63
Geen mond
Maar het leven heeft
geen mond om door te
spreken, tenzij de onze. Maar
niet van wijsheid gespeend.
Die mond moet waarheid
spreken. Daarom mag onwijsheid
niet aan bod komen, opdat het
niet vermengd zou worden.
Want wijsheid vermengd
met onwijsheid brengt alleen
maar catastrofen voort. Onver-
mijdelijke catastrofen.
Want, niemand weet dan
nog wat juist of niet juist is, dat
moet dan altijd en opnieuw
worden onderzocht.
Hun ja zal dan
nooit meer ja zijn, en hun
neen nooit meer neen. Raden
naar wat ja of neen is!
Nooit meer zeker,
ook niet wanneer hij
zweert op zijn kinderziel,
zijn onbevangenheid.
Langzaam moet de
mens zich ontwikkelen
naar het weten waar hij
toe is voorbestemd.
Jarenlang redeneren
over de punten die zich
verbinden, en over de driehoek
die wordt gevormd.
Langzaamaan en
druppelsgewijs het weten
toegediend, want weten
is een macht.
En weten kan worden
misbruikt. Daarom eerst het
geloven, om te laten weten uit
welk hout men is gesneden.
En het leven weet dat met bombast omklede dingen een gevaar betekenen.