Zij.
Zij stond gebogen
voor de schare
die schuldig zijn hadden geproclameerd
men had gezien
zonder te weten
men had zich van haar afgekeerd.
Voor Hem geplaatst
de Allerhoogste
meer als een valstrik , dan uit gevoel
Hem toetsend
zonder medelijden
zij was in wezen niet hun doel.
Gestenigd wat
de wet beaamde
dat was het oordeel dat men vroeg
voor overspel
van haar, hem liet men
alsof zij alleen het schuldig droeg.
Hij schreef in ’t zand
tekende haar schuld op
een schuld in regen uitgewist
wie zonder zonden is
die werpe
de eerste steen die haar niet mist.
Zij dropen af
het eerste de oud’ren
want schuldig zijn wij allemaal
in niet ontdekte
zondenkwalen
al spreken wij een schone taal.
Zij stond alleen
naast Hem,….. verlaten
door ieder die hard had gekrijst
ga heen
zondig niet meer
ook Ik heb je niet afgeprijsd.
Hij zag de diepte
van haar daling
Liefde gebrek , zoekend naar licht
dat niet in overspel
kan helen
doch wel in ’t echt wordt toegedicht.
th