Lenterig…
Ik ben niet bang voor het meisje in wiens gedachten ik rond dwaal.
Maar als ik haar moet verliezen wanneer de tijd gekomen blijkt
zal ik vrede vinden in het afscheid.
Dus poets nu maar mijn grotesk ego op want het verleden lijkt zicht te herhalen.
Mijn liefste, dit gedicht zal jij niet lezen, omdat het nog moet worden geschreven.
Zelfs al schrijven mijn vingers zich tot bloedens toe op dit papier,
geen enkel zinnig woord verschijnt hier voor mijn ogen. Dit hoofdstuk wordt afgesloten.
Ik praat tegen schimmen in een geheime code, want zelfs al zijn we in een verkeerde tijd geboren,
toch willen zij mijn geklaag aanhoren als de stilte zich manifesteert in het donker.
De winter is niets meer dan een ver verleden waarin wij gelukkig waren schijn ik tegen het behang
te fluisteren; ik heb gefaald, want ook nu kon ik de seizoenen niet doen keren…
esteban 25 Maart 2014