Herinneringen jagen me op hol.
Vervlogen tijden doen me verdriet.
Het doet pijn in het heden.
Vroeger is voorbij.
De toekomst lijkt donker.
Wanneer ik enkel wanhoop.
Dagen vervliegen in denken.
Waarom kan ik het niet weten?
Verloren in de foute vragen.
Het is niet enkel haat,
vooral verdriet.
Hopend zoek ik naar iets helend.
Was het maar opnieuw weg.
Daarom verzwelg ik in eeuwigdurende dagen.
Wetend dat het wederkeert.
Draag ik mijn duisternis.