Grauw.
Grauw is de lucht
de regenstriemen
slaan ’t uitzicht neer, dat ook niet boeit.
Verlangen naar het
warme zonlicht
dat in gedachten in mij groeit.
Tijdens het droog zijn
schieten wolken
in prachtige formaties voorbij
alsof ik toef
hoog in de bergen
dit uitzicht maakt mij toch weer blij.
Zoek naar patronen
in dit wonder
zo zie ik de kaart van Nederland
dan weer een muis
soms zelfs een engel
geniet ik van die wolkenkant.
Zo is de grauwheid
plots verbroken
een zilveren rand hoog in de lucht.
Iedere wolk heeft
zilveren randjes
verdrijft daarmee de grauwe zucht.
Zo heeft het leven
die twee kanten
’t is maar naar welke kant je kijkt
Die zilveren rand
tussen het grauwe
heeft zo mijn leven blij verrijkt.
Th.