in het dichte riet
verscholen, de schaduwen
van jou en mij, ik lig hier
kijk in je holle ogen, roerloos
ben je, onbewogen
achter ons het water, fris
beweeglijk, onder ons
het zwart van vlees
ik vrees de ochtend nog
het meest, de zon die
schaduwen langer maakt
de tijd die wegkruipt
naar het licht, ik nu
met mijn ogen dicht
jouw beeld stil en vrij
ze zullen ons vinden
toch blijf jij
van mij