"Homo homini vultur"
In het teken van plicht
hebben ze mij verraden
en gebroodroofd
mijn rug verkaveld,
in elk perceel
een mes gestoken.
Onder de mantel van rechtschapenheid
woekert redeloze haat.
Ze wilden bloed
maar bleven onverzadigd:
het is gestold
rond de ijspegels
die je stilte
na je heengaan
meedogenloos
in mijn hart
gedreven heeft.
Het was je recht
een ander pad te kiezen:
wreedheid was mijn lot,
maar niet je doel.
Als gieren daarentegen
hunkerden zij
naar lillend offervlees,
maar schonden slechts
een leeg karkas:
horen ze de holle hoonlach?