Beleving is wereld voor ogen gewaar worden zinnen dunne grens verdwijnt donker valt samen met licht het hart wil buiten alles liefhebben, keert onbenoembaar als stille sfinx weer binnen want er is geen woord dat hieraan kon beginnen beleving, anders zijn wij en buigt voor het schone ritselend lied van Mei bladgroen in vleugels wind herinner, het was altijd alleen nog steeds het kind