Elf jaar geleden, ik weet het nog goed. De dag dat het besef
indaalde dat de fluitketel in vergetelheid raakte.
De dag begon als alle andere met koffie in de ochtend. Op de
agenda stond een afspraak bij het consultatiebureau. We waren
mooi op tijd. Er werd zoals gewoonlijk gemeten en gewogen, alles volgens plan, niks aan de hand.
Toen volgde de ogentest. Omdat onze peuter nog niet lezen
kon, werden plaatjes gebruikt. Met een oog afgedekt werden keurig
de plaatjes opgenoemd die de dame aanwees. Een hondje, een auto,
een bloem. Toen wees zij een fluitketel aan...
Hier moest even over nagedacht worden, maar toen kwam
het verlossende antwoord. Heel stellig klonk het: keetsleutel!
De dame keek ons verbaasd aan. Ik realiseerde me met
schaamrood op de wangen dat ik nooit een fluitketel gebruikte.
Ook tijdens de test met het andere oog werd volgehouden
dat zij een keetsleutel aanwees, niks mis met de ogen dus,
alleen met de papa en mama.
En zo kwam het dat er weer een stukje cultuur verloren ging...