Natuur.
’t Lijkt of de wind
de zomer wegdrukt
en tranen huilt van dik verdriet
de zon die glimlacht
in haar zakdoek
ik ben er wel , doch je niet mij niet.
Wij hunkeren
naar zonnestralen
die ons verwarmen als behoort
het lijkt zoals
de dagen stromen
of nooit van zomer is gehoord.
Wij vliegen weg
zoeken de zon op
waar de vakantie toch om vraagt
tsrerrasjes
zoncreme en een lifgstoel
waarin de warmte ons behaagt.
Zo is de kunst
van heel het leven
de zon te zoeken in de geest
je warm te weten
in het vele
waarin je denken straalt als feest.
Het zonnig denken
in je dragen
dat wolkenmassa ’s absorbeert
waarin het goede
je wil dragen
en zo de zomer tot je keert.
th