de nachten aan vissen gevoerd
en jij die zegt, dat wij ons
uit elkaar geliefd hebben
op het spoor dwarsliggers geteld
tot niemand meer iets begrijpt
zo ben jij: een geur van vis
gemaaid gras en onrijpe bramen
balancerend op mijn vingertopjes
onze naakte lijven onder bomen
en geen schrik voor een laatste eerste keer
gemanipuleerde wissels leiden naar huizen
met vensters uit dubbel glas
en altijd toch te eng voor het zwijgen
komt steeds weer die stilte
wanneer de dag op een barometer valt
en soms ook het koude licht van een trein
sunset 03-10-2018