Zacht
streelden gele straatlantaarns,
de gevallen nacht.
Gehuld in gouden
sluiers,
rust de stad
van de orkanen
van de voorbije dag...
Even geruisloos
gleed de trein
het station binnen
en zou mijn onrustig wachten
worden beloond.
Als stille getuigen
van een ademloos wonder,
bewoog de massa,
in een deinende harmonie...
Ik kneep mijn ogen toe,
speurend
naar de pas gekomen engel.
Haar intense lach,
verscheen tussen
al die naamloze gezichten.
Even leek geluk
te winnen,
maar het duurde slechts even...
Want die ander
had jouw hart
niet verlaten.
Het pasgeboren
geluk,
verdween,
als die zacht-gele
avond.
En de schim,
die liefde heet,
verdween
in de aanstormende
nieuwe dag.....