Waterhoen
Op een stille avond
zie ik hem alleen,
tevreden en kalm
als één
met de schemering
en de waterspiegel.
Soms verdwijnt hij
de donkere diepte in,
momentenlang,
tot rimpelingen sterven
elders weer ontstaan
en hij mij toefluistert
een leven puur,
in absoluut vertrouwen
op de natuur:
het waarachtig zijn
dat ook ik in wezen ben.