nooit boos, nutteloos
een hoopje mens,
achtergelaten, afgesloten,
van de rest.
ik vind het best,
zal het wel verdiend hebben
na alles wat ik fout deed
maar waarom zo wreed?
ik kan toch niks, ik zit vol
en toch voelt mijn hart zo vol
door mijn aderen stroomt
de vermoeidheid, van het
alsmaar doemdenken
ik wil weer leven
belangrijk zijn
weer de oude ik zijn
lachen, zonder de pijn
maar alles zit tegen, nee
er is niets over
alleen ik.