Jij bent het bed, waarin ik rust
Je bent de kabel die mij kust
Je neemt mij op sleeptouw
Als de ontknoping van een vrouw
Je bent het anker dat me bindt
Waarmee ik alle zeeën vind
Je bent de wind om me te laven
Ik spoel aan in jouw haven
Je hebt de kleuren van de nacht
Die het ochtendlicht verwacht
Je hebt de golven van de zon
Waarmee al het leven begon