Ik schreef gedichten,
Gedichten over mijn pubertijd.
Gedichten over een man die ik nooit heb ontmoet.
Gedichten over hoe ik een man ontmoeten.
Gedichten over school.
Gedichten over hoe ongelukkig ik was.
Meisje die deze gedichtjes schreef, ik zou willen dat ik jou had ontmoet.
Dat ik jou kon waarschuwen
Dat jij niet mijn pad zou bewandelen.
Ja deze jongen zal van jou gaan houden.
Hij zal te veel van jou gaan houden.
En jij ook van hem.
Hij zal je hart breken en je ziel uit elkaar trekken.
Hij zal zorgen dat je te ver kapot bent.
Te ver kapot om verder te leven.
Het leven wat jij graag wilde zal niet bestaan.
Je zal te maken krijgen met al het verdriet van een wereld waar jij niet hoorde.
Je zal meisjes met verdriet zien, littekens, vernederd en gebroken. Deze meisjes zullen ook weer verdwijnen.
Alleen niet voor jou, jij zal ieder gezicht onthouden.
En op het moment dat jij in hun positie beland zal je er alles aan doen om een aantal te redden.
Je zal dapper zijn.
Te dapper.
En jij zal vluchten.
Met pijn en verdriet.
Maar jij zal vluchten voor de rest van je leven.